V04.06 Ribfixatie in de behandeling van patiënten met multipele ribfracturen


M. de Steenwinkel, M.C. Kokke, M.B. de Jong, F. Hietbrink, M. Bemelman, L.P.H. Leenen

Voorzitter(s): P. van Eerten, traumachirurg, Máxima Medisch Centrum, Veldhoven & T.S. Aukema, AIOS Heelkunde, Kennemer Gasthuis, Haarlem

Vrijdag 28 november 2014

13:50 - 14:00u in Jutekelder

Categorieën: Vrije voordracht (V), Trauma

Parallel sessie: V04 Traumachirurgie / Mammachirurgie


Inleiding - Ribfracturen worden bij 10 procent van de trauma patiënten gediagnosticeerd. Gemiddeld 30 procent van deze patiënten ontwikkelt een pneumonie, de mortaliteit varieert tussen 3-30 procent. Bij patiënten met een fladderthorax leidt ribfixatie tot een afname van deze morbiditeit en mortaliteit. Echter, onderzoek naar het effect van ribfixatie bij patiënten met multipele ribfracturen zonder fladder segment ontbreekt. Methode - Beschrijvende retrospectieve studie bij patiënten die van 2010 tot 2014 ribfixatie hebben ondergaan. Patiënt karakteristieken, operatiegegevens, beademingsduur, verblijfsduur op IC/MC en het totale ziekenhuisverblijf en het optreden van complicaties werden uit de database geëxtraheerd. Resultaten - 107 patiënten werden geïncludeerd waarvan 35 met een fladderthorax. 16.7% (12/72) van de patiënten met multipele ribfracturen zonder fladderthorax ontwikkelt een pneumonie. Atelectase en ARDS traden respectievelijk bij 12.5% (9/72) en 1.4% (1/72) op. 33.3% (24/72) van de patiënten werd beademd met een gemiddelde beademingsduur van 3.6 dagen (SD ± 8.5). Gemiddeld verbleven de patiënten 4.5 dagen (SD ± 9.3) op de IC en was er een gemiddelde totale ziekenhuis verblijfsduur van 20.6 dagen (SD ± 15.4). 1 patiënt (1.4%) is op basis van respiratoire insufficiëntie overleden. Conclusie - 16.7 procent van de patiënten die ribfixatie hebben ondergaan ontwikkelden een pneumonie. In de literatuur wordt er na conservatieve behandeling een incidentie van gemiddeld 30 procent beschreven. Ribfixatie lijkt bij patiënten met multipele ribfracturen dus effect te hebben op het voorkomen van pulmonale complicaties. Verder onderzoek zal moeten uitwijzen of ribfixatie definitief in de behandelingsrichtlijnen voor multipele ribfracturen moet worden opgenomen.