V03.05 Het effect van reanimatie op de uitkomst van geruptureerde aneurysmata van de abdominale aorta


Y.W. 't Mannetje, P.P.H.L. Broos, M.R.M. Scheltinga, L.H. Bouwman, M.R.H.M. van Sambeek, J.A.W. Teijink

Voorzitter(s): J.H.P. Lardenoije, chirurg, Rijnstate, Arnhem & E.D. Wilschut, AIOS Heelkunde, Medisch Centrum Haaglanden, Den Haag

Vrijdag 28 november 2014

13:40 - 13:50u in Perserij

Categorieën: Vrije voordracht (V), Vaten

Parallel sessie: V03 Vaatchirurgie / Algemene heelkunde


Een geruptureerd abdominaal aorta-aneurysma (RAAA) is een aandoening die geassocieerd is met een hoge mortaliteit. De combinatie van reanimatie en RAAA zou deze mortaliteit verhogen tot 100%. Het doel van deze studie is om de klinische uitkomst van patiënten met een RAAA die gereanimeerd zijn (CPR), te vergelijken met patiënten die dat niet zijn (no-CPR).

Patiënten met een RAAA werden geïdentificeerd van februari 2008 tot en met januari 2014 in drie niet-academische opleidingsziekenhuizen. Patiënten werden geanalyseerd op: behandeling, reanimatie en Hardman Index .

In totaal werden er 199 opeenvolgende patiënten gediagnosticeerd met een RAAA, 20 patiënten zijn gereanimeerd voor de behandeling van het RAAA. Algehele 30-dagen mortaliteit was significant hoger voor CPR ten opzichte van de no-CPR groep; 75% vs. 29.6% (p<0.001). Behandeling, bestaande uit 58.5% open en 41.5% endovasculair, werd gestart in 176 patiënten. De mortaliteit in CPR patiënten die werden behandeld was 61.5%. Een Hardman Index van 0, 1, 2, en 3 was geassocieerd met een mortaliteit van respectievelijk 16.1%, 31.0%, 37.9% en 33.3%.

Ondanks een significant hogere mortaliteit geassocieerd met CPR is er een kans op overleving na RAAA. Dientengevolge moet iedere casus afzonderlijk beoordeeld worden door een ervaren chirurg; zonder meer afzien van behandelen is niet vanzelfsprekend.