A.E. Slaman, S.M. Lagarde, S.S. Gisbertz, M.I. van Berge Henegouwen
Voorzitter(s): G.A.P. Nieuwenhuijzen, chirurg, Catharina Ziekenhuis, Eindhoven & J.W. van den Berg, AIOS Heelkunde, Erasmus MC, Rotterdam
Vrijdag 28 november 2014
13:40 - 13:50u
in Loods 8
Categorieën: Vrije voordracht (V), GE
Parallel sessie: V02 Upper GI
Een oesophagusresectie gaat gepaard met een hoge morbiditeit. Naast het aanwezig zijn van een complicatie, is de ernst van de complicatie ook belangrijk. Clavien-Dindo classificeert alleen de meest ernstige complicatie en laat additionele complicaties achterwege. De Comprehensive Complication Index (CCI) berekent de ernst door elke complicatie te classificeren volgens Clavien-Dindo klassen. De waarden liggen tussen 0 en 100, waarbij een waarde van 100 betekent dat de patiënt is overleden. Het doel van deze studie is het valideren van CCI in vergelijking met de Clavien-Dindo classificatie.
Een prospectieve database werd gebruikt waarin patiënten met een oesophaguscarcinoom staan beschreven die een resectie ondergingen tussen 1993 en 2005. Alle complicaties werden gerangschikt volgens de Clavien-Dindo classificatie. De relatie tussen CCI en opnameduur, duur van IC-opname en heroperatie werd berekend door middel van een Spearman’s Rank test. Deze werd vergeleken met de relatie tussen de Clavien-Dindo classificatie en deze parameters.
431 van de 621 patiënten hadden complicaties. De gemiddelde opnameduur en duur van IC-opname waren respectievelijk 23 en 5 dagen. 72 patiënten (11,6%) ondergingen een heroperatie. De relatie van CCI met opnameduur (r=0,64 p<0,01) en duur van IC-opname (r=0,51 p<0,01) waren niet significant verschillend vergeleken met de Clavien-Dindo classificatie. Wel was de relatie van CCI met heroperatie (r=0,46 p<0,01) significant sterker dan van de Clavien-Dindo classificatie (r=0,42 p=0,01).
De CCI lijkt een veelbelovende methode om de ernst van complicaties nauwkeuriger uit te drukken dan de Clavien-Dindo classificatie. Het zou daarom een goede maat zijn om te gebruiken als uitkomstmaat in onderzoek binnen deze patiëntengroep.