E.L.A. Toxopeus, K. Biermann, J.J.B. van Lanschot, B.P.L. Wijnhoven, L.J.W. van der Laan
Voorzitter(s): G.A.P. Nieuwenhuijzen, chirurg, Catharina Ziekenhuis, Eindhoven & J.W. van den Berg, AIOS Heelkunde, Erasmus MC, Rotterdam
Vrijdag 28 november 2014
13:30 - 13:40u
in Loods 8
Categorieën: Vrije voordracht (V), GE
Parallel sessie: V02 Upper GI
Achtergrond Neoadjuvante chemoradiotherapie (nCRT) gevolgd door resectie bij patiënten met een slokdarmcarcinoom is momenteel de standaardbehandeling in Nederland. Het pathologisch TNM-stadium is de belangrijkste prognostische parameter. Het doel van de studie is het identificeren van microRNA (miRNA) expressie profielen welke voorspellend zijn voor overleving. Methoden Er werden 58 patiënten met slokdarmkanker die allen nCRT en chirurgie ondergingen tussen 2008 en 2011 geïncludeerd in de studie. Tumor-specifiek RNA werd geïsoleerd uit diagnostische biopten na laser capture microdissectie. qPCR array (Exiqon®) werd verricht voor 376 bekende humane miRNAs (12 patiënten) en de resultaten voor specifieke miRNAs werden gevalideerd middels qRT-PCR (58 patiënten). Overleving werd berekend vanaf operatiedatum tot datum van overlijden of laatste follow up. Univariabele en multivariabele Cox regressie analyse werden verricht om parameters prognostisch voor overleving te bepalen. Resultaten De qPCR array toonde vier miRNAs welke significant gecorreleerd waren aan overleving (miRNA-126, miRNA-301a, miR-30e en miR-106b). Na validatie middels qRT-PCR bleek dat hoge expressie van miRNA-126 geassocieerd was met een slechtere overleving (cut-off 75th percentiel, log rank p = 0.01). Multivariabele analyse toonde dat ypN2-status (HR 4.857; 95% CI 1.201 - 19.652) en miRNA-126 expressie (HR 3.897; 95% CI 1.551 - 9.791) onafhankelijk geassocieerd waren met de overleving. Conclusie MiRNA-126 expressie is geassocieerd met overleving na nCRT en chirurgie in patiënten met een adenocarcinoom van de slokdarm. In vitro wordt momenteel gekeken naar de functie van miRNA 126 op cellulair niveau.