V02.02 Behandelstrategieën bij een recidief oesophaguscarcinoom


R. Butter, S.M. Lagarde, M.C.J. Anderegg, S.S. Gisbertz, S.L. Meijer, M.C. Hulshof, J.J.G.H.M Bergman, H.W.M. van Laarhoven, M.I. van Berge Henegouwen

Vrijdag 28 november 2014

13:10 - 13:20u in Loods 8

Categorieën: Vrije voordracht (V)

Parallel sessie: V02 Upper GI


Ook na de introductie van neoadjuvante therapie gevolgd door een oesophagusresectie, komt een recidief vaak voor en de prognose na de diagnose is slecht. Er zijn verschillende therapieopties beschikbaar, afhankelijk van wens en conditie van patiënt en lokalisatie van het recidief. Er is weinig bekend over de behandeling van het recidief oesophaguscarcinoom. Het doel van deze studie is de verschillende behandelingsstrategieën hiervan te evalueren.

Er werden 223 patiënten geïncludeerd die tussen 1994 en 2014 een recidief oesophagus carcinoom ontwikkelden na in opzet curatieve behandeling met neoadjuvante therapie gevolgd door een oesophaguscardia resectie.

Van 506 patiënten die in opzet curatief behandeld zijn aan een oesophaguscarcinoom kregen er 223 een recidief (44.1%). Daarvan hadden er 185 (83.0%) metastasen op afstand (eventueel gecombineerd met locoregionaal recidief), 30 patiënten (13.5%) hadden alleen locoregionaal recidief en van 8 patiënten (3.6%) was de locatie onbekend. De mediane overleving is voor patiënten met alleen locoregionaal falen significant langer (3.9 maanden) dan voor mensen met afstandsmetastasen (2.9 maanden). De 26 patiënten (11.7%) die curatief behandeld werden hadden een mediane overleving van 13.6 maanden, de 90 palliatief behandelde patiënten (40.4%) 4.8 maanden en de 73 patiënten (32.7%) die slechts ondersteunende zorg kregen 1 maand. Dat zijn allen significante verschillen.

Patiënten die alleen een locoregionaal recidief hebben een betere levensverwachting dan patiënten die gediagnosticeerd zijn met afstandsmetastasen. Hoewel de kans op curatie na een recidief klein is, is dit wel mogelijk. Deze uitkomsten geven aanleiding tot verder onderzoek naar het succes van specifieke behandelingen van het recidief oesophaguscarcinoom.