P14 Humerusfracturen tussen 1986 en 2012: Trends in incidentie, zorggebruik en kosten van opgenomen patiënten in Nederland


K.C. Mahabier, D. den Hartog, J. van Veldhuizen, M.J.M. Panneman, S. Polinder, M.H.J. Verhofstad, E.M.M. van Lieshout

Vrijdag 28 november 2014

12:00 - 13:00u in Loods 5

Categorieën: Poster (P)

Parallel sessie: Posters


Doel van deze studie was het beschrijven van lange termijn trends (leeftijd, geslacht en fractuurlocatie) van incidentie en kosten van opgenomen patiënten met een humerusfractuur. Gegevens van alle opgenomen patiënten in Nederlandse ziekenhuizen tussen 1986 en 2012 werden uit de Landelijke Medische Registratie verkregen. In totaal werden 112.907 patiënten opgenomen. De jaarlijkse incidentie steeg van 17,8 naar 40,0 per 100.000 personen in 2012. De stijging was bij vrouwen groter dan bij mannen (van 19,9 naar 52,9 versus van 15,7 naar 26,7 per 100.000 personen). Vanaf het vijftigste levensjaar steeg de incidentie van alle fracturen, de grootste stijging werd gezien bij vrouwen met een proximale fractuur. In 2012 werd 69% van alle patiënten geopereerd. Het cumulatieve aantal opnamedagen in 2012 was 28.881. Hiervan was 57% opgenomen met een proximale humerusfractuur, 73% was vrouw en 81% was ouder dan 50 jaar. De gemiddelde opnameduur daalde van negen naar vijf dagen. In 2012 bedroegen de totale medische kosten M€35,0 voor proximale, M€10,6 voor distale en M€10,7 voor schachtfracturen. Kosten voor vrouwen bedroegen M€43,4. Vanaf het zestigste levensjaar stegen de kosten voor alle drie de anatomische regio’s. De gemiddelde kosten per opgenomen patiënt bedroegen €8.310; €10.946 voor proximale, €9.065 voor schacht- en €4.832 voor distale humerusfracturen. Het verzuim was gemiddeld 59 dagen per verzuimincident en kostte in 2012 M€24.

Conclusie: De incidentie van opgenomen patiënten met humerusfracturen is in 25 jaar met 125% gestegen. Proximale humerusfracturen bij vrouwen vanaf het 50e levensjaar veroorzaakten de grootste stijging in incidentie en de meeste kosten.