P01 Postoperatieve complicaties beïnvloeden vroege recidivering na cytoreductieve chirurgie en hypertherme intraperitoneale chemotherapie (HIPEC) voor patiënten met peritonitis van colorectale origine


T.R. van Oudheusden, G.A. Simkens, M.D. Luyer, S.W. Nienhuijs, G.A.P. Nieuwenhuijzen, H.J. Rutten, I.H.J.T. de Hingh

Vrijdag 28 november 2014

12:00 - 13:00u in Loods 5

Categorieën: Poster (P)

Parallel sessie: Posters


Introductie. De prognose van patiënten met een peritoneaal gemetastaseerd colorectaal carcinoom is significant verbeterd met de komst van cytoreductieve chirurgie gevolgd door hypertherme intraperitoneale chemotherapie (CRS + HIPEC). Hoewel in het merendeel een macroscopisch volledige resectie wordt blijft het recidief percentage hoog. Deze studie poogt risicofactoren voor vroege recidivering te identificeren om manieren te vinden om dit fenomeen te reduceren en patientselectie te optimaliseren.

Methoden. Alle patiënten met peritonitis carcinomatosa van colorectale origine verwezen naar een tertiair ziekenhuis in Nederland tussen juni 2007 en april 2013 zijn retrospectief geanalyseerd. Patiënten data werd vergeleken tussen de groepen met en zonder recidief binnen 1 jaar na CRS + HIPEC.

Resultaten. Een complete macroscopische resectie werd behaald in 96% van de patiënten. 46 van de 133 patiënten (35%) kregen recidief ziekte binnen 1 jaar. Serieuze postoperatieve complicaties die re-interventie behoefden (SAE≥3) was de enige gevonden significante risicofactor geassocieerd met vroege recidivering (OR =2.3; p=0.046). De mediane overleving van de vroege recidivering groep was 19.3 maanden, vergeleken met 43.2 maanden in de rest van de patiënten (P<0.001).

Patiënten met een SAE≥3 hadden een lagere overleving ten opzichte van patiënten zonder zulke complicaties (mediane overleving 22.1 vs. 31.0 maanden, P=0.02).

Conclusie: Vroege recidivering na CRS + HIPEC is geassocieerd met een significante reducering van de overleving. Deze studie identificeert postoperatieve complicaties die reinterventie behoeven als de enige significante risico factor voor vroege recidivering, onafhankelijk van het ziektevolume van de peritoneaal metastasen. Dit benadrukt het belang van het minimaliseren van het risico op postoperatieve complicaties.